Toolkit autodelen
>
>
> Faciliteren vs. stimuleren
Is er binnen de gemeente al veel in beweging, dan wil je dit in zo goed mogelijke banen leiden. Een onderzoek naar de mogelijkheden van autodelen is een optie. Als de gemeente hoge ambities heeft en de potentie van autodelen wil verzilveren, kun je het autodelen een extra impuls geven. In ieder geval moet de basis op orde zijn. Regelgeving is niet het startpunt. Werken aan autodelen begint met een aantal vragen:
- Welke gemeentelijke opgaven zijn er?
- Welke doelen wil de gemeente realiseren?
- Kan autodelen een deel van de oplossing bieden?
Deelmobiliteit wordt aangeboden door marktpartijen. De gemeente kan onder meer faciliteren door fysieke ruimte te creëren en door parkeerbeleid. De gemeente kan bijdragen aan versnelling of groei door autodelen te stimuleren.
Faciliteren
- Stel vast of er een vergunning nodig is. Ook als er in (sommige wijken) geen gereguleerd parkeren is, kan het nog wenselijk zijn om een deelauto een vaste parkeerplaats - en indien elektrisch een laadpaal - toe te kennen. Zie ook: vaste plek vs free floating
- Het inrichten van een vaste plek voor deelauto’s heeft veel voordelen. Dit geldt voor meerdere vormen van autodelen, ook voor bijvoorbeeld coöperaties of zelfs peer-to-peer vormen. Denk wel goed na over de voorwaarden die je stelt aan het toewijzen van een deelauto parkeerplaats, om te voorkomen dat bewoners onder het mom van autodelen massaal een vaste parkeerplaats aanvragen.
-
Je kunt eerst een proef inrichten of meteen het parkeerbeleid en / of de Algemeen Plaatselijke Verordening (APV) aanpassen om deelauto’s te accommoderen. Hierbij is het nuttig om na te denken over de lengte van de pilot en de kans om te continueren na de pilot. Gebruikers hebben behoefte aan duidelijkheid en continuïteit; aanbieders willen weten wat hun terugverdienperiode is.
Voordelen van reguleren:
- Zekerheid voor aanbieders. Daarmee wordt de markt gestimuleerd.
- Gelijkheid: één kader voor alle aanbieders, level playing field.
- Het sturen op beleidsdoelen bijvoorbeeld op zero emissie.
- Het sturen op kwaliteit.
- Het voorkomen van overlast en druk op de openbare ruimte.
Voordelen van niet (direct) reguleren:
- Verminderde kans om eerst te experimenteren, te leren en dan over te gaan op regelgeving gebaseerd op inzichten.
- Beperking van aantal aanbieders of aantal gebieden zorgt voor minder concurrentie en daarmee beperking van groei nieuwe markt.
- Deelmobiliteitsaanbieders haken mogelijk af vanwege regeldruk.
- De tijdsfactor; om snel van start te kunnen gaan, kan een lang proces naar regelgeving in de weg zitten.
- In de vergunning of de pilot leg je vast waarvoor je een vergunning wilt afgeven: voor gereserveerde, vaste plekken per deelauto, voor zone-plekken of voor een gemeentebrede vergunning. Als een gereserveerde plek (nog) geen optie is, kunt je vergunningen voor een bepaald rayon afgeven. >Door naar 5.7 (vaste plek of niet) of 6.1 (vergunningen en plekken).
- Maak van de deelautovergunning een apart product om specifiek te kunnen sturen op prijs, los van stijging van de andere tarieven.
- Zorg dat het aanvraagproces op orde is. Denk hierbij aan het geschikt maken van de beheermodule voor parkeervergunningen voor het aanvragen van deelautovergunningen en het maken van kentekenwijzigingen, of het aanstellen van een vaste contactpersoon/vast loket voor aanvragen en wijzigingen, met vermelding hiervan op de website. Hoe sneller de behandeling van een aanvraag verloopt, hoe sneller de inwoners gebruik kunnen maken van de deelauto.
- Neem de keuze om autodelen te faciliteren op in het beleid. Daardoor kunnen besluiten tijdens bezwaarprocedures worden genomen op basis van beleid.
- Zorg voor een gelijk speelveld. Waar moeten aanbieders die aan de slag willen in de gemeente aan voldoen?
Stimuleren
Het uitgangspunt hierbij is dat de deelauto een aantrekkelijk alternatief is en blijft voor de eigen (tweede) auto. Zorg dat beleid en voorzieningen voor deelauto’s gelijkwaardig zijn (of gunstiger) aan die voor privéauto’s (gelijk speelveld). Een aantal suggesties:
Ruimtelijke inrichting; de deelauto zo toegankelijk en aantrekkelijk mogelijk maken.
- Wijs strategische plekken in de openbare ruimte aan voor deelauto’s. Je kunt mogelijk ruimtelijke reserveringen maken voor de groei van deelauto’s en bijbehorende (laad)infrastructuur. Dit creëert perspectief voor aanbieders om te investeren, want er kan sneller worden opgeschaald en het kan procedures verkorten. Zorg hierbij wel dat aanbieders worden geconsulteerd, want op basis van ervaring kijken zij anders naar kansrijke locaties, dan de gemeente. Zo zijn wijken met een hoge parkeerdruk kansrijk voor deelauto’s om de parkeerdruk te verlagen, maar is het moeilijker plek vrij te maken voor deelauto’s.
- Maak bij (OV) knooppunten, transferiums en P+R-terreinen proactief plaats voor deelauto’s, zodat multimodaal reizen makkelijker wordt. Het is slim om te onderzoeken of er voldoende volume en vraag is om een deelauto rendabel te maken.
- In nieuwbouwwijken de eigen auto in garages laten verdwijnen, terwijl de deelauto op strategische plekken en optimaal zichtbaar op straat zichtbaar is. Daarnaast kunnen er uiteraard ook in garages concepten bestaan die zich richten op de ‘warme kring’ en exclusief voor bewoners zijn. Reserveren van ruimte voor het parkeren van deelauto’s (en eventueel andere vormen van deelmobiliteit) moet al in in een vroege planfase worden benoemd of aangewezen.
- Een deelauto vervangt (vier tot vijftien) gewone auto’s. Door voor iedere nieuwe deelauto standplaats of (stadsbrede) vergunning minimaal één reguliere parkeerplaats te laten verdwijnen, wordt het effect van autodelen op de openbare ruimte sneller zichtbaar.
- Richt parkeerplekken voor deelauto’s op uniforme wijze in voor optimale herkenning.
Beleidskeuzes om autodelen sneller te laten slagen en groeien
- Als je gemeente werkt met vergunningplafonds (per wijk), geef dan de deelauto prioriteit boven de privé-vergunning, of sluit deze categorie uit van het plafond, zodat het aanbod kan stijgen als de vraag groeit.
- Maak bepaalde zones, bijvoorbeeld autoluwe zones, net als milieuzones alleen toegankelijk voor deelauto’s. De nadruk ligt op de bewoners van deze zone en hun mobiliteitsopties.
- Bied gratis parkeren voor deelauto’s aan in de hele gemeente , zoals de stad Gent . (Dit leidt mogelijk tot een ongewenst effect in het centrum of op het stimuleren van korte ritten. Anderzijds is het aandeel deelauto’s per gemeente nog te klein om grootschalige overlast te veroorzaken).
- Overweeg den parkeervergunning voor een deelauto en vaste deelautostand plaatsen aantrekkelijk te beprijzen of zelfs gratis aan te bieden. Het uitgangspunt is dat aanbieders van deelauto’s worden aangemerkt als marktpartijen die het algemeen belang dienen. Dit is mogelijk op grond van artikel 225 van de gemeentewet. De gemeente kan met de aanbieder afspreken dat de kosten voor hun klanten zichtbaar lager worden omdat vergunningen of plaatsen niet of nauwelijks worden doorberekend.
- Als het een doel van de gemeente is om autobezit te verminderen, kan autodelen hierbij helpen. Een deelauto vervangt immers vier tot vijftien gewone auto’s. Autodelen stimuleren kan ook door te sturen op (tweede) autobezit en het ontmoedigen daarvan. Dit kan bijvoorbeeld door het verlagen of flexibiliseren van de parkeernorm bij nieuwbouw als er in autodelen wordt voorzien. Zorg er dan wel voor dat in de omliggende wijk(en) parkeervergunningen worden ingevoerd vóór oplevering. En dat bewoners van een nieuwbouwwoning met een lage parkeernorm met deelauto’s geen parkeervergunning kunnen krijgen in het omliggende gebied. Communiceer dit duidelijk aan toekomstige huurders/kopers en makelaars.
Aanbod groei of diversificatie van het aanbod stimuleren
- Met een startsubsidie bottom-up initiatieven mogelijk maken. Als bewoners zelf het initiatief nemen, is er een behoefte of vraag. Dit soort initiatieven kunnen snel groeien. Denk aan buurtinitiatieven, (energie)coöperaties en andere initiatieven zonder winstoogmerk. Dit laatste kan een voorwaarde zijn om in aanmerking te komen voor een dergelijke startsubsidie
- Met een garantie zorgen voor aanbod op plaatsen met vervoersarmoede en waar de business case voor de aanbieder mogelijk niet rendabel is. Je kunt ook afspraken maken met de aanbieders in de gemeente over het gebruik van A-locaties in ruil voor het mede plaatsen van voertuigen in plaatsen met weinig vervoersaanbod, of de prijs voor een vergunning gunstiger maken in bepaalde wijken. Zo lost je gemeente samen met de markt specifieke vervoersuitdagingen op. Meer inzicht in de mobiliteitsbehoefte van de doelgroep met vervoersarmoede is ook nodig: heeft men een rijbewijs, smartphone? Biedt een deelauto een oplossing of is er behoefte aan andere modaliteiten/maatregelen?
- Via een aanbesteding of andere steun aanbieders interesseren om op te schalen of om de transitie van fossiel naar elektrisch aangedreven wagenparken van aanbieders te versnellen. Zorg wel dat er voldoende laadpalen zijn als onderdeel van een dergelijke aanbesteding.
- In elke gemeente staan veel auto’s stil. Deze auto’s hebben een andere business case dan een auto uit het wagenpark van de aanbieder. Een gemeente kan inwoners stimuleren om hun eigen auto te gaan delen met buren. Er kan samengewerkt worden met een aanbieder om meer aanbod te stimuleren door bijvoorbeeld communicatie. Een optie is ook het bieden van privileges voor verhuurders die hun auto vaker verhuren, zodat deze door meer mensen gebruikt kan worden. Te denken valt aan een subsidie op inbouwtechnologie die persoonlijke sleuteloverdracht overbodig maakt, korting op de bewoners-parkeervergunning of een vaste parkeerplek. De aanbieder zal in ruil voor deze privileges moeten meewerken aan het leveren van de benodigde bewijslast (bijvoorbeeld rittenstaat) waar nodig. Deze route is vooral te overwegen in buurten met een hoge parkeerdruk en in kleinere gemeenten, waar aanbieders weinig interesse hebben in het plaatsen van deelauto’s omdat een business case voor een deelauto moeilijk rond te krijgen is.
Sturen op gedrag (prijsvoordelen gebruiker/promotie)
- Verlaag de drempel voor potentiële gebruikers door goede communicatie (vermeende ‘deel-stress’ verhelpen). Zet een campagne op of draag bij aan een campagne, promotie en/of het realiseren van een proefaanbod om nieuwe gebruikers te werven.
- Het invoeren van vergunningparkeren kan een positieve impuls zijn voor autodelen. Het ‘gedoe’ om een parkeervergunning aan te vragen, te verlengen en te betalen zorgt voor een natuurlijk moment voor autobezitters waarop (2e) autobezit mogelijk wordt heroverwogen. Benut de communicatie over de parkeervergunning (bij invoering en bij de jaarlijkse brief) om de mogelijkheden voor autodelen onder de aandacht te brengen.
- Bied bewoners die hun parkeervergunning inleveren de mogelijkheid voor een spijtoptantenregeling, waarbij ze na 1-2 jaar hun parkeervergunning terug kunnen krijgen. De angst om opnieuw op de wachtlijst te komen, zorgt in een aantal steden/wijken voor het onnodig aanhouden van een weinig gebruikte (tweede() auto.
- Bied een autodeel-tegoed voor bewoners die hun auto inleveren en voor bewoners op de wachtlijst voor een parkeervergunning. Of geef bewoners de kans om bij het verdwijnen van auto’s de vrijgekomen openbare ruimte in hun straat samen anders in te richten.
- Wees een voorbeeld voor je inwoners en deel de gemeentelijke vloot.